Landschap in beeld

Landschapsobservatorium

Nederland heeft in 2008 de Europese Landschapsconventie ondertekend. Dit internationale verdrag verplicht lidstaten om periodiek te rapporteren over de toestand van het landschap en over de effectiviteit van gevoerd beleid. Een instrument dat hiervoor in de conventie wordt genoemd, is het zogenoemde landschapsobservatorium.

In 2015 ontwikkelde LandschappenNL, met steun van diverse organisaties, hoogleraren en de toenmalige Rijksadviseur voor het landschap, een eerste opzet voor een dergelijk observatorium. Deze verkennende versie biedt een waardevolle basis voor verdere ontwikkeling.

LandschappenNL streeft ernaar het landschapsobservatorium concreet vorm te geven door het te koppelen aan het bestaande Meetnet Landschapselementen en aan de vijfjaarlijkse publicatie Staat van het Landschap. Op die manier ontstaat een robuust en herhaalbaar systeem voor landschapsmonitoring dat trends en beleidsimpact inzichtelijk maakt.

Daarnaast wordt verkend of een provinciaal landschapsobservatorium toegevoegde waarde kan bieden voor regionale monitoring, beleidsvorming en burgerparticipatie. De verdere uitwerking vindt plaats in afstemming met provinciale partners en relevante kennisinstellingen.

Meetnet Landschapselementen

Het Nederlandse landschap verandert voortdurend. In veel gevallen leidt dit tot het verdwijnen van karakteristieke landschapselementen zoals houtwallen, hagen en bomenrijen. Dit heeft merkbare gevolgen voor biodiversiteit, cultuurhistorie en landschapsbeleving.

Om deze veranderingen systematisch in kaart te brengen, heeft LandschappenNL het Meetnet Landschapselementen opgezet. De centrale coördinatie ligt bij Landschap Erfgoed Utrecht. Het veldwerk wordt uitgevoerd door gespecialiseerde vrijwilligers, ondersteund door medewerkers van de lokale Landschapsorganisaties.

Het meetnet bestrijkt alle provincies en landschapstypen in Nederland. Verdeeld over meer dan 130 representatieve gebieden (samen circa 65.000 hectare) worden periodiek waarnemingen gedaan. Het aantal gebieden wordt de komende jaren verder uitgebreid.

Binnen het meetnet worden zowel de aanwezigheid als de kwaliteit van landschapselementen onderzocht. Het gaat daarbij om typen zoals houtwallen, heggen, knotbomen, bosjes, poelen en natuurvriendelijke oevers. Naast kwantitatieve gegevens wordt ook gekeken naar kwalitatieve aspecten zoals vitaliteit, gelaagdheid en actuele bedreigingen.

De metingen vinden plaats in een vijfjarige cyclus, wat trends en ontwikkelingen over de tijd zichtbaar maakt. De resultaten vormen een waardevolle basis voor beleid, beheer en behoud. Elke vijf jaar worden de uitkomsten gebundeld in de publicatie Staat van het Landschap.