Droogte zomer

Droogte

Standpunt

Droogte

Na de droge zomers van 2018 en 2019 werd Nederland in het voorjaar en de zomer van 2020 opnieuw geconfronteerd met periodes van ernstige droogte. Hoewel het jaar 2024 een trendbreuk vormt met grote hoeveelheden neerslag in het voorjaar en de zomer, wijst wetenschappelijk onderzoek erop dat dit een uitzondering is en we meer droge jaren kunnen verwachten. Door het langdurige gebrek aan neerslag en hitte verdampt er meer water dan er valt. In combinatie met het kunstmatig laag houden van de grondwaterstand ten behoeve van de landbouw en de grootschalige wateronttrekking door landbouw, industrie en drinkwaterbedrijven, ontstaan watertekorten en zeer lage (grond)waterstanden (zie droogtemonitor).

De gevolgen hiervan raken niet alleen de landbouw, de scheepvaart en de drinkwatervoorziening, ook de natuur heeft zwaar te lijden onder de droogte. Door het dalende grondwaterpeil vallen beken en poelen droog en raken voedselbronnen van dieren uitgeput. Ingrijpende maatregelen zijn nodig om de directe schade aan de natuur te beperken, maar ook om watergebrek op lange termijn te voorkomen. LandschappenNL pleit daarom voor robuustere natuurgebieden, die ook als natuurlijke sponzen kunnen functioneren en zo meerdere maatschappelijke doelen dienen.

Wat vindt LandschappenNL?

Wij pleiten voor een herziening van hoe we in Nederland met water omgaan, zeker wanneer het gaat om het belang ervan voor natuur en landschap. Van oudsher is waterbeheer vooral gericht op snelle afvoer van hemelwater en het laag houden van grondwaterpeilen voor landbouw. Dat is een kortetermijndenken waar we als maatschappij last van hebben.

Daarom roepen we waterschappen en provincies op om zowel op korte termijn als structureel maatregelen te treffen om verdere schade aan natuur te voorkomen en waar mogelijk de waterafhankelijke natuur zich te laten herstellen. Verder bepleiten we bij landelijke overheden en de politiek om het nationale waterbeheer zo in te richten dat er altijd voldoende water beschikbaar is in tijden van droogte. Daarvoor zijn ook ingrepen in de ruimtelijke inrichting van gebieden nodig.

Met allerlei partijen werken we aan natuurlijke oplossingen om de droogteproblematiek te lijf te gaan. Bij de Landschapsorganisaties zijn de afgelopen decennia – ondermeer in het kader van onze deelname aan de Coalitie Natuurlijke Klimaatbuffers – mooie voorbeelden van versterking van de natuurlijke sponswerking gerealiseerd, zoals de Schoonwatervallei bij Castricum (Landschap Noord-Holland), langs de Regge (Landschap Overijssel), in het Hunzegebied (Het Drentse Landschap) en het Wisselse Veen (Geldersch Landschap en Kasteelen).

Schoonwatervallei

Bij Castricum, in een gebied van Landschap Noord-Holland.

Langs de Regge

In een gebied van Landschap Overijssel.

Wisselse Veen

Een gebied van Geldersch Landschap & Kasteelen.

Ons standpunt

  • (Grond)waterverdringingsreeks

Er is meer aandacht nodig voor grondwater in de verdringingsreeks of een eigenstandige verdringingsreeks grondwater die in werking treedt bij droogte. De meest kwetsbare natuur is vaak grondwaterafhankelijk. In de verdringingsreeks voor grondwater dient natuur boven aan te staan. De overheid is maatgevend als het gaat om het vaststellen van zo’n grondwater-verdringingsreeks. Dit zal vooral regionaal aangepakt moeten worden. Hieraan verbonden kan een quotumsysteem voor (grond)watergebruik verbonden worden.

  • Bufferzones/ overgangszones natuurgebieden

Maak serieus werk van multifunctionele buffer- of overgangszones rond bestaande kwetsbare natuurgebieden met daarbij een grondwaterzonering, en sluit daarbij zoveel mogelijk aan op andere kwesties en opgaven zoals stikstofdepositie, bossenstrategie, landbouwtransitie, biodiversiteit, koolstofvastlegging en bodemdaling. Die zones beschermen de (natte) kernnatuur en maken gebieden robuuster. In deze overgangszones passen bijvoorbeeld natuurinclusieve en extensieve landbouw, uitbreiding natuurnetwerk, landschapsdooradering, recreatie en bosaanleg.

  • Klimaatbuffers-natuurlijke sponzen

Creëer meer grote natte natuurgebieden of vergroot bestaande, die functioneren als natuurlijke sponzen (klimaatbuffers). Deze kunnen zo nodig dienen als multifunctioneel waterreservoir bij ernstige droogte en naleveren aan de landbouw in de omgeving. Bij zware neerslag houden ze het water vast, waarmee overlast in omliggende gebieden en steden voorkomen wordt.

  • Aanpassing landbouw

Bij de toepassing van diverse technologie dient de landbouw zich niet te beperken tot bijvoorbeeld peilgestuurde onderwaterdrainage en druppelirrigatie, maar ook meer verantwoordelijk te zijn voor eigen waterretentie (agrarisch waterbeheer), met oog voor verbetering van de biodiversiteit. Bij de transitie naar natuurinclusieve landbouw dient duurzame waterbeschikbaarheid een factor te zijn. De landbouw zou onder meer qua grondbewerking en gewassen meer ingericht moeten worden op een geringere watervraag en rekening moeten houden met de capaciteit van de bodem om water vast te houden. De principes “functie volgt peil” en “functies volgen bodem” dienen gerespecteerd te gaan worden. In gebieden waar verzilting onvermijdbaar is, zou overgestapt kunnen worden op meer zouttolerante gewassen.

  • Groenblauwe diensten

Zorg voor goede waterschaderegelingen en/of groenblauwe diensten-vergoeding voor aanpalende boeren wanneer natuurgebieden meer water vast gaan houden. In veenachtige gebieden kan gedacht worden aan de verkoop van koolstofcertificaten om vernattingsmaatregelen te vergoeden.

Onttrekkers van (grond)water bij kwetsbare waterafhankelijke natuur dienen voor het gebruik van deze ecosysteemdienst mee te betalen aan de instandhouding hiervan (mitigatie en beheer). Daarvoor dient wetgeving gemaakt te worden door de rijksoverheid en/of kan de provincie dwingend optreden.

  • Integraal (grond)waterbeheer

De gecombineerde droogte- en wateroverlast-problematiek vraagt om nog meer nadruk op het belang van gebiedsgericht, integraal oppervlakte- en grondwaterbeheer: water vasthouden waar het kan, lokaal en regionaal waterbergen. Daarvoor is meer (landelijke) regie nodig, want problemen gaan immers over gebieds- en provinciegrenzen heen. Er dient oog te zijn voor de systemische samenhang tussen oppervlaktewater, diep en ondiep grondwater en de kwaliteit van de bodem, als basis voor een goed functionerend ecosysteem. Het herstel van veel natuurlijke habitats is voor een groot deel afhankelijk van verbetering van de hydrologische omstandigheden in en rond natuurgebieden.

  • Monitoring

Er dient een landsdekkende (eco)hydrologische monitoring te komen. Daarmee kunnen de meest kwetsbare natuurgebieden en (grond)wateronttrekkingen bij gevoelige natuur beter in kaart gebracht worden en verdroging worden gevolgd. Idealiter wordt vervolgens een grondwaterbeheerplan voor het gebied gemaakt of aangepast, zodanig dat de verdringingsreeks hier toegepast kan worden en de hydrologie van het gebied hersteld kan worden.

  • Handhaving

Afspraken over watergebruik en waterverdeling dienen beter ingericht te worden. Ook dient er voldoende toezicht te zijn op het naleven ervan. Dus betere handhaving van (verbod op) grondwateronttrekkingen en controle op de hoeveelheden onttrokken (grond)water. In droge tijden geen wateronttrekking voor beregening nabij kwetsbare waterafhankelijke natuurgebieden.

  • Ruimtelijke ordening

Gezien de ruimtelijke impact van maatregelen om voldoende zoetwater beschikbaar te houden voor maatschappelijke en economische functies (waaronder natuur en biodiversiteit) op lange termijn, dient deze aanpak nadrukkelijk onderdeel te zijn van nationaal ruimtelijk beleid (NOVI). Zorg voor een optimale mix van functies waar de ruimte beperkt is om grondwaterpeilen te verhogen en water te bergen.

Droge bodem

Nadelige effecten van droogte op natuur

De effecten van droogte zijn in droge jaren duidelijk te zien in onze natuurgebieden.

  • (Grond)waterpeilen dalen, beken en poelen vallen droog en veen breekt versneld af.
  • Voedselbronnen van dieren raken uitgeput.
  • Minder bloeiende planten die nectar leveren.
  • Ook op bossen zijn effecten zichtbaar.
  • 01

    (Grond)waterpeilen dalen, beken en poelen vallen droog.

    En veen breekt versneld af. Met gevolg dat kikkers, zeldzame vissoorten als de beekprik en bepaalde water- en moerasvogels hun leefgebied verliezen.

  • 02

    Voedselbronnen van dieren raken uitgeput.

    In de droge, harde bodems trekken bodemdieren zich dieper terug, waardoor weidevogels als de grutto geen voedsel voor hun jongen kunnen vinden. Ook egels vinden steeds moeilijker voedsel door tekort aan insecten.

  • 03

    Minder bloeiende planten die nectar leveren.

    Hierdoor nemen het aantal vlinders en andere insecten af. Jonge vogels in het nest lijden honger door gebrek aan rupsen.

  • 04

    Ook op bossen zijn effecten zichtbaar.

    Bomen op de hogere zandgronden kunnen niet meer met hun wortels het (zakkende) grondwater bereiken. Verdrogende bossen kleuren in de zomer al bruin en veel bomen laten vroegtijdig hun bladeren vallen alsof het herfst is. Beheerders zien soorten als lariks en fijnspar massaal afsterven, mede door watergebrek of doordat de vitaliteit achteruit holt waardoor allerlei parasieten en boomziektes kunnen toeslaan. Inheemse bomen zoals berken en eiken hebben last van de droogte, boven op de gevolgen die stikstofdepositie heeft.

Gebied na bosbrand

Natuurbranden en waterkwaliteit

Door de droogte neemt het risico op natuurbranden toe. In het voorjaar van 2020 was sprake van een ongekend groot aantal natuurbranden, waarbij vele honderden hectare bos, heide en veen in vlammen opgingen. Ook de waterkwaliteit gaat bij langdurig neerslagtekort op veel plekken achteruit, met negatieve gevolgen voor flora en fauna. Door een tekort aan neerslag voeren rivieren niet voldoende zoet water af en komt zeewater verder de rivieren in, waardoor verzilting optreedt.

Ven met lage waterstanden

Om dat te voorkomen, worden mogelijk sluizen gesloten, wat de vismigratie door het watersysteem belemmert. Bij grote droogte worden in (veen)gebieden gebiedsvreemd eutroof water ingelaten. Dit heeft grote gevolgen voor de voedselrijkheid van gebieden waar normaal alleen grondwater of voedselarm regenwater binnenkomt.

Ook veengronden zijn kwetsbaar bij droogte. Wanneer deze droogvallen, oxideert het veen, waardoor de bodem daalt en er grote hoeveelheden koolstofdioxide vrijkomen.

Hoewel de natuur veerkracht toont na nattere maanden, is niet alle schade te herstellen. Op veel plekken kan het jaren duren voordat ecosysteem zich herstellen. Er zijn daarom maatregelen nodig voor dreigende droogte.

De natuur als bondgenoot

Het creëren van natuurlijke klimaatbuffers biedt kansen om water in tijden van overlast te bergen en vertraagd af te voeren in tijden van droogte. Ze functioneren als natuurlijke sponzen of als overloopgebieden waar het water geen kwaad kan. Robuuste, aaneengesloten natuurgebieden met een gezonde waterhuishouding zijn beter bestand tegen weersextremen als gevolg van klimaatverandering. Toch zijn Klimaatbuffers alleen niet genoeg.

Uit veel natuurgebieden lekt oppervlakte- en grondwater weg omdat omliggende landbouwgronden drooggehouden worden met greppels, drainagebuizen en sloten. Door bufferzones rond natuurgebieden met hogere waterstanden te creëren, blijven deze langer nat en kunnen grondwaterreserves opgebouwd worden. Dit helpt om droge tijden te doorstaan en de natuurkernen te beschermen.

Deze bufferzones zijn ook geschikt voor natuurinclusieve landbouw en recreatie. Naast een bijdrage aan biodiversiteit en voldoende water voor de natuur, dragen deze zones ook bij aan het terugdringen van de stikstoflast in en rond natuurgebieden en het vastleggen van broeikasgassen (kooldioxide) in bodem, bos en natuur.

Vond je dit interessant?

Bekijk ook onze standpunten over