Groenblauwe dooradering
Groenblauwe dooradering vormt de ruggengraat van een gezond en veerkrachtig landschap. Deze (half)natuurlijke elementen – zoals heggen, houtsingels, rietoevers, poelen, kruidenrijke randen in een overwegend agrarisch cultuurlandschap – bieden niet alleen leefgebieden voor tal van dieren en planten en versterken de biodiversiteit, maar dragen ook bij aan landschapskwaliteit, waterbeheer en klimaatdoelen. Tegelijkertijd bieden ze kansen om landbouw en natuur op innovatieve manieren te verbinden.
Met een afname van ruim 60% aan landschapselementen sinds het begin van de vorige eeuw, staat ons landschap onder druk. Om deze negatieve trend te keren, moeten we samenwerken aan een robuust netwerk van landschapselementen dat biodiversiteit herstelt, natuurgebieden verbindt en een duurzame toekomst voor landbouw mogelijk maakt. Dit vraagt om visie, gerichte actie en structurele financiering.
Waarom groenblauwe dooradering essentieel is
LandschappenNL vindt het van groot belang dat deze landschapselementen beschermd en versterkt worden in het gehele landelijk gebied. Dus niet alleen in de beschermde natuurgebieden, maar juist ook daarbuiten. Streekeigen elementen versterken niet alleen de beleving van het landschap, maar zorgen voor extra leefgebieden van allerlei planten en dieren en verbindingen daartussen. Ook de cultuurhistorie van het gebied wordt herkenbaarder. Daarmee zorgen we ervoor dat de natuur veerkrachtiger wordt en het landschap mooier.
Onderzoek laat zien dat een dooradering van 10% van het landelijke gebied buiten natuurgebieden enorm bijdraagt om deze doelen te halen. LandschappenNL steunt dan ook het Aanvalsplan Landschap, waarin deze ambitie is opgenomen. Naast voordelen voor natuur en landschap, draagt een netwerk van 10% groenblauwe dooradering ook bij aan bestuiving van gewassen en plaagbeheersing in de landbouw, koolstofvastlegging, verbeterd waterbeheer en recreatiemogelijkheden.
Structurele financiering
Voor het realiseren en behouden van groenblauwe dooradering is niet alleen (langdurige) financiering nodig voor aanleg, maar juist ook voor onderhoud. Overheidsgelden zijn daarvoor essentieel, maar ook de inbreng van private gelden zijn nodig. Hoe dat het beste kan laat het onderzoek van het Brabants Landschap naar optimale financieringsmodellen zien. Dit onderzoek richt zich onder andere op manieren waarop boeren het onderhoud van landschapselementen structureel kunnen integreren in hun bedrijfsvoering. Ook wordt gekeken naar de meest effectieve samenwerking tussen overheidssteun en private financiering.
Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) speelt een belangrijk rol in het realiseren van deze ambities. Door deze middelen in te zetten voor de aanleg en het beheer van landschapselementen, kan niet alleen de groenblauwe dooradering worden versterkt, maar ook de landbouw worden verduurzaamd.

Ons standpunt in het kort
-
Zorg voor een nauwkeurige registratie van landschapselementen.
-
Maak middelen uit het GLB beschikbaar.
-
Neem in omgevingsvisies een goede inventarisatie van bestaande landschapselementen op.
-
Stel duidelijke voorwaarden bij vergunningverlening.
-
Investeer in onderzoek naar wilde bomen en planten.
-
Reserveer voldoende financiële middelen voor landschapselementen binnen het klimaatbeleid.
-
01
Zorg voor een nauwkeurige registratie van landschapselementen.
Dit is essentieel voor een betrouwbare monitoring van ontwikkelingen, een efficiënte uitvoering van beleid en stimuleringsregelingen en een effectieve handhaving van beschermingsregimes.
-
02
Maak middelen uit het GLB beschikbaar.
Voor beheer en aanleg van landschapselementen. Stem deze financiering af op regionale behoeften, met oog voor de specifieke kenmerken van verschillende landschapstypen.
-
03
Neem in omgevingsvisies een goede inventarisatie op.
Van bestaande landschapselementen en gebruik dit als basis voor beleid. Hiermee kunnen onderbouwde keuzes worden gemaakt voor de noodzakelijke transitieopgaven, de extra bescherming en aanleg van elementen. En voor het vergroten van omgevingskwaliteit en landschapsbeleving.
-
04
Stel duidelijke voorwaarden bij vergunningverlening.
Zodat landschapselementen voldoende bescherming krijgen en profiteren van nieuwe ontwikkelingen. Voorbeelden zijn een beplantingsplan bij bouwopgaven en goede compensatie.
-
05
Investeer in onderzoek naar wilde bomen en planten.
Om uitsterven van deze autochtone soorten te voorkomen. En laat dit doorwerken in de inventarisaties van het omgevingsbeleid.
-
06
Reserveer voldoende financiële middelen voor landschapselementen.
Voor landschapselementen binnen het klimaatbeleid. Integreer deze in de Nationale Bossenstrategie en het hierbij genoemde Aanvalsplan Landschap.